| NONTRON & OMGEVING: Savignac - Augignac - Abjat sur Bandiat - Saint Estephe - Le Bourdeix - Saint Martin Le Pin - Saint Martial de Valette - Saint Front sur Nizonne - Lussas et Nontronneau - Connezac - Sceau Saint Angel - Hautefaye - Teyjat - Javerlhac et la chapelle St Robert Nontron is de hoofdstad  van de Perigord Vert. Zonder een keertje hier te stoppen, kunt u geen volledig  beeld van de Dordogne opbouwen. Deze stad is werkelijk anders dan Bergerac en  omgeving, anders dan Sarlat en de bossen. Nontron is wit en groen, echt groen. Nontron is natuurlijk een  wat grotere stad. U vindt hier in de winkels bijna alles van uw gading. De stad  is gebouwd op de heuvelwand van de vallei van de Bandiat en is al meer dan 2000  jaar bebouwd. Nontron kent een zacht klimaat, mooie tuinen en parken,  fonteinen, traditionele huizen, markten en is het hele jaar door levendig.  Nontron is een goede uitvalbasis voor wie eens langer inde Perigord Vert wil  blijven. In die lange geschiedenis  is Nontron diverse malen volledig vernield en weer opgebouwd. Door bijvoorbeeld  de Sarracijnen (moren) in de 7e eeuw en de Noormannen in de 9e  eeuw.In het zuiden van de stad, vindt u een oud kasteel, Peytavis, bovenop kelders  die vele malen ouder zijn dan het kasteel zelf: dat werd immers in door de  eeuwen heen opgebouwd, afgebroken, opgebouwd, verbeterd enzovoorts. In het  museum vindt u het poppenmuseum.
 Aan de voet van het  kasteel vindt u de Place des Mobiles. Een niet onaardig plein met de onbekende  soldaat en wat aardige gebouwen, waaronder een oud klooster. Ook het place  Alfred Agard met het stadhuis moet u eens met een bezoekje vereren: hier  voltrok zich de franse revolutie en verzamelde het volk zich om het bestuur van  de stand over te nemen.
  De spitse toren  De kerk van Nontron valt  wel op. Het is een exemplaar dat dateert uit 1876 en staat op de plaats waar in  de vroege middeleeuwen al een baptistenkerkje stond. Vanuit die tijd vindt u  nog wat overblijfselen in en onder de kerk, maar dat is het dan ook wel: niet  echt de topattractie tijdens uw vakantie. De directe omgeving van Nontron kent  aardiger kerkjes. Vanuit en in Nontron kunt  u goed wandelen. De stad heft een mooi zwembad, maar de meertjes in de buurt  zijn ook uitnodigend. Verder kunt u er klimmen in een klimpark, karten,  paardrijden, vissen, tennissen en naar de dierentuin. Festivals  Ieder jaar zijn er  diverse festivalletjes in Nontron. Eén ervan is het festival de couteaux, van  de messen: Nontron kent sinds eeuwen een messenindustrie met een zeker aanzien.  Verder zijn er nog festivals rond het paard, het boek, Afrikaanse nachten,  brocantes, etc. Slapen  Nontron heeft een hotel   en een camping. Ook vindt u in de stad enkele chambres d’hotes. Aan een  meertje in de directe omgeving vindt u een bungalowparkje.  De omgeving van Nontron  wordt getekend door de landgoederen en kastelen: zoals overal in de Dordogne de  stille getuigen van de oorlog tegen de engelsen. Dorpjes met mooie kerkjes en  meertjes vindt u verspreid tussen velden, kastanjebomen en eiken. Her en der  kunt u rotsen beklimmen en grotten verkennen. U bent hier in de Dordogne en dat  proeft u: de restaurants presenteren volop de streekgerechten waarop ze zo  trots zijn: foie gras, cepes, notentaarten…. 
    SAVIGNAC DE NONTRON  Zullen we het maar een  voorstad noemen dit kleine dorpje aan de voet van het echte Nontron. Op het  grondgebeid vinden we de meertjes van Nontron en de oevertjes van de rivier de Bandiat. ABJAT SUR BANDIAT  Een camping, een hotel,  een bakker en een slager. Dat zijn wel de zaken die een dorpje levendig maken.  En die hebben ze hier in dit niet al te mooie plaatsje dat het vooral van de natuur  in de omgeving moet hebben. Dat het dorpje nu niet veel meer voorstelt, komt  hierdoor.
 in 1640 woonde hier Claire  een erg mooi meisje waar Vaucoucourt, de heer van Thiviers zijn zinnen had  gezet. Maar Claire was al beloofd aan Pierre de Masfrant en wilde Vauvoucourt  niet. Deze kwam met een leger om haar op te halen, maar het hele dorp ging in  verzet: een ware slag volgde waarbij de beide heren het loodje legden. Toen de  koning van het dorpsverzet hoorde volgde zware sancties voor het dorp. Boetes,  lijfstraffen, de markt werd verboden, de klokken uit de toren gehaald en op  transport gezet naar Limoges. Onderweg vielen die klokken van de wagen en  verdwenen in de Dronne… Abjat heeft 2 hotels,  gites en chambres d'hôtes. Ook vindt u er 2 campings.  AUGIGNAC   Augignac in het Parc  Naturel Régional Périgord Limousin leent haar faciliteiten van Nontron. Kortom,  behalve de bar-tabac vindt u hier geen middenstand.
 Voor de toerist is het  landschap en de meertjes tussen de bomen aantrekkelijk, in het bijzonder het  étang de Saint Estèphe waaraan gewerkt wordt door het departement zodat dit  deel van de Dordogne meer aantrekkingkracht op de toeristen gaat uitoefenen.  Als u er bent, bezoek dan even de Rocher de Rochezide (rots). O ja, wel een  mooi romaans kerkje als hart van de gemeente.  Bent u wat langer, ga dan op zoek  naar de Motte en ruines van het oude kasteel (boerderij) van Leygurat (een  motte is het begin van een feodaal kasteel, veelal niet meer dan een aarden  wal).  SAINT ESTEPHE  
 Een auberge en een groot  meer. Een verloren kasteeltje en veel meer is het niet. Maar ja, een mooi meer  bij zomerdag is niet verkeerd!  In de buurt wordt wijn gemaakt, dat zich al tot  de bordeaux mag rekenen. O ja en de menhir van Fixard kunt u hier zien, de enige menhir  in de regio die als label heeft ‘historisch belangrijk’. 
 LE BOURDEIX  De toren van Bourdeix is  het laatste restje van wat eens een flink kasteel was, maar werd verwoest in  1450 bij het verjagen van de Engelsen door Karel de zevende. 20 meter hoog is de toren  en de muren soms wel 2 meter  dik. Hoe oud deze toren oorspronkelijk is, blijft raden: het cement en de bouw verraad  kennis van de Romeinse bouwkunst. Het onderste deel van de toren deed ooit  dienst als gevangenis.   Aardig om te weten is ook  dat dit kasteel op dezelfde afstand tussen het Castrum van Nontron en Piégut  stond: het deed daarmee ook dienst als pleisterplaats voor de legers, die zich bij  onderlinge gelijke afstand zo iedere avond van een slaapplaats verzekerd  wisten. In de omgeving van Bourdeix vindt u verschillende meertjes in de  bossen. SAINT MARTIN LE PIN  Klein plattelandsdorpje  met een 11e eeuwse kerk. Voornamelijk werkt men hier in de landbouw. De  kastelen zijn niet echt bijzonder. Door de gemeente stroomt de Bandiat  waarnaast het lekker wandelen is. De kerk van Saint Martin le Pin is een  bezoekje waard. SAINT MARTIAL DE VALETTE Nog een klein dorpje maar  met wat meer activiteit dan de voorganger op deze pagina: zoals een  meubelfabriekje, kaasmakerij en wat steenhouwerijen.  Er staat een mooi kerkje  uit de 12e eeuw, verder zijn er nog een kapel en een chateau, maar in privébezit  en slechts zelden toegankelijk voor publiek. Ook kunt u bij de  geitenkaasboerderij op bezoek. Wandelen is fijn langs en door de vallei van de  Bandiat. Er is een camping, een restaurant en een bakker. SAINT FRONT SUR NIZONNE  
 Heel klein dorpje  temidden van de bossen. Rust en kalmte is hier het credo.  Uit vervlogen tijden komt  de bron en de wasplaats en naturlijk de romaanse kerk. De kerk heeft de vorm  van een latijns kruis. In het midden een robuuste vierkante klokkentoren. Het  beeldbouwwerk van deze kerk is oorsponkelijk, man met een maangezicht, naakte  vrouw monstertjes en beesten.
 LUSSAS ET NONTRONNEAU Lussas et Nontronneau  zijn twee dorpjes verenigd in 1825: toen twee kerken en twee scholen, vandaag  de dag zijn beide scholen gesloten. Drukker is het hier niet geworden in de  afgelopen tijd.   Ooit lag er een Romeinse  villa in Nontronneau (gedeeltelijk blootgelegd maar geen toeristische  trekpleister) . In de zomermaanden kunt u hier het Château de Beauvais bezoeken,  de rest van het jaar is het gewoon bewoond privebezit. Voor de boodschappen en  de andere diensten gaat u gewoon naar Nontron, men woont hier alleen maar. In Lussas staat een  kerkje op de rots van de bourg van Lussas. Gebouwd volgens het basiliekmodel.  Het aanzien waard, maar als u al een paar kerkjes hebt gehad in de vakantie, kunt u deze ook links laten liggen. CONNEZAC Niets noemenswaardigs SCEAU SAINT ANGEL  
 Sceau Saint Angel ligt  midden in een traditioneel dordognees bos van kastanjes en eiken.  Vanzelfsprekend vindt u deze op heuvels en in valleitjes en lopen daartussen  schaapjes en koetjes.  Sceau en Saint Angel waren ooit twee dorpjes, waarvan  Sceau het onderspit heeft gedolven: diens kerk is verdwenen. Saint Angel heeft  er gelukkig nog wel een, al is de dienst zelden vol. U vindt hier een camping a  la ferme.
 HAUTEFAYE  Hautefaye is en klein  dorpje dat grenst aan de Charente – ooit sprak men hier van les hautes fretaies  en net zoals toen leeft men hier nog immer van de landbouw en de bosbouw.  Misschien  is alleen de naam veranderd in de afgelopen eeuwen. Het dorp heeft een camping  en – voor de vliegeniers onder u - een landingsbaan voor ultralights, die u  vast kunt huren. De dorpskerk dateert van veel vroeger dan dat het is hersteld.  In de bossen van de gemeente kunt u heerlijk wandelen. JAVERLHAC ET LA CHAPELLE SAINT ROBERT  Javerlhac is wellicht de  meest toeristische gemeente in dit kanton: de Bandiat kabbelt door het dorp, in  het landschap eromheen wisselen velden en bossen elkaar af. Onlosmakelijk aan het  dorp verbonden is het kasteel van Javerlhac – al sinds 1225 en nog altijd heeft  het kasteel een heer, al is het niet meer dezelfde familie als destijds.
               Ook de kerk van Saint Etienne is de moeite waard, het werd al gerestaureerd in  de 15e eeuw. Geen middeleeuws kasteel en  kerk zonder in de directe nabijheid een  molen, een oude inkomstenbron van de adel om zo aan nog wat extra geld te komen.  De Moulin Martin is recent nog gerestaureerd. Ook de duiventil, nog zo’n  middeleeuws voorrecht van kasteelheren vindt u in Javerlhac. Vergeet niet de  oude hoogovens en een gezellige sfeer.Op 3 kilometer vindt u de  Chapelle St-Robert, ooit was dit een benedictijner kloosterorde (rond 980) dat  uitgroeide tot een bijzonder mooie kerk. Binnen in de kerk is het nodige te  bewonderen. De stad heeft de nodige winkeltjes en chambres d’hotes en een  auberge.
 
  TEYJAT  In 1889 werd hier een prehistorische  grot ontdekt met gravures en huisraad. Dat leverde Teyjat een ‘Espace  muséographique’, op een museumachtige ruimte(?). De grottekeningen (gravures)  worden als ‘opmerkelijk‘ omschreven. U krijgt ze niet allemaal te zien, maar  hebt toegang tot 50 tekeningen: de rest wordt voor het nageslacht en latere  studies bewaard.  In de overhangende rots ernaast ((abri Mège) werd het  prehistorische huisraad te ontdekken. U kunt het allemaal bekijken onder begeleiding  in de maanden juli en augustus. In de overige maanden alleen op zaterdag. En  anders even een afspraakje maken bij het VVV.Behalve cultuur ook  amusement in Teyat: u kunt er heerlijk karten door de bossen: het is een internationaal  erkend circuit. Over het dorp zelf is niet veel te melden, ja de gemeente heeft  er een gite voor toeristen, een gemeentegite, dat kom je niet overal tegen.
 
         |